In de "Stroomuitval I" wordt uitgelegd hoe de Potencia Contratada bepaalt hoeveel stroom je tegelijk kunt gebruiken en wat je moet doen als alle stroom in huis is uitgevallen als gevolg van het overschrijden van die limiet. Het Spaanse systeem van capaciteitscontracten ("contrato de potencia") met de bijbehorende vermogensbegrenzer (ICP) kennen we in Nederland niet voor particuliere huishoudens. Het verschil in het al dan niet hanteren van capaciteitscontracten heeft niet zozeer te maken met fundamentele verschillen in de fysieke infrastructuur van de elektriciteitsnetten in beide landen. Nederland en Spanje beschikken over moderne en betrouwbare elektriciteitsnetwerken die deel uitmaken van het synchrone netwerk van continentaal Europa.
De belangrijkste redenen voor het verschil in aanpak liggen in beleidsmatige en historische keuzes in de regulering van de elektriciteitsmarkt en de prioriteiten die de respectievelijke overheden en netbeheerders stellen.
Hier zijn enkele factoren die een rol kunnen spelen:
Historische ontwikkeling van de elektriciteitsmarkt: De manier waarop de elektriciteitssector in Spanje en Nederland is ontstaan en gereguleerd, heeft geleid tot verschillende structuren. Spanje heeft mogelijk historisch gezien meer de nadruk gelegd op het beheersen van de piekvraag door middel van capaciteitscontracten.
Prioriteiten van de netbeheerders: Spaanse netbeheerders hechten wellicht meer belang aan het direct beperken van de gelijktijdige afname om de stabiliteit van het net te waarborgen en grote investeringen in piekbelastbaarheid te vermijden. Nederlandse netbeheerders kunnen andere mechanismen prefereren, zoals tariefstructuren die piekverbruik ontmoedigen of een robuustere netinfrastructuur die beter in staat is om pieken op te vangen.
Energiebeleid en -doelstellingen: Het nationale energiebeleid, inclusief de focus op zelfvoorziening, de integratie van hernieuwbare energie en de bescherming van consumenten, kan verschillen tussen Spanje en Nederland en de keuze voor bepaalde reguleringsinstrumenten beïnvloeden.
Consumentengedrag en woningbouw: Verschillen in het gemiddelde energieverbruik per huishouden, de mate van elektrificatie van verwarming en koken, en de typen woningen kunnen ook een rol spelen in de meest geschikte manier om het net te beheren.
Tariefstructuur: In Nederland betalen consumenten voornamelijk voor de afgenomen kWh en een vastrecht voor de aansluiting. Er zijn geen directe capaciteitscontracten voor huishoudens die de maximale gelijktijdige afname beperken op de manier zoals in Spanje met de ICP. Nederlandse netbeheerders kunnen de kosten van de netinfrastructuur verwerken in deze tarieven.
Hoewel de fysieke netwerken in beide landen aan vergelijkbare technische standaarden voldoen (ze opereren immers binnen hetzelfde Europese synchrone netwerk), zijn de reguleringskaders en de marktmodellen verschillend. Spanje heeft ervoor gekozen om de maximale afname direct te reguleren via capaciteitscontracten en de ICP, terwijl Nederland een meer indirecte aanpak hanteert zonder deze directe beperking voor huishoudens.